Wespen

Heb je last van een wespennest in je woning, bedrijf, schuur, garage of zelfs auto? Dan kun je het verwijderen van zo'n wespennest in de meeste situaties het beste overlaten aan een professional zoals Wespro. Zeker als het wespennest op een plek zit die je niet goed kunt benaderen! 

 

De meest voorkomende wespen in Nederland zijn:

Gewone wesp

(Vespula vulgaris (L.))

  • Orde: Hymenoptera (vliesvleugeligen)
  • Familie: Vespidae (plooivleugelwespen)

 

De gewone wesp (Vespula vulgaris L.) vormt samen met de Duitse wesp (Vespula germanica F.) de groep van de zogenaamde limonadewespen: de wespen die in de tweede helft van de zomer overlast kunnen veroorzaken. De Duitse en de gewone wesp hebben meerdere familiegenoten die af en toe in Nederland worden aangetroffen, onder andere de Saksische wesp (Dolichovespula saxonica F.). De werksters van deze wespensoorten zijn qua uiterlijk moeilijk van elkaar te onderscheiden; bij de koninginnen is het verschil iets duidelijker. In een goed ontwikkeld wespenvolk kunnen soms wel 5000 of meer individuen voorkomen. Wespen steken wanneer ze in het nauw worden gebracht of wanneer het nest wordt verstoord. Sommige mensen zijn voor het wespengif zo gevoelig dat zij direct na het oplopen van een steek, in contact moeten treden met een arts.

 

Uiterlijk
Karakteristiek voor de gewone (en Duitse) wesp is de helgele en zwarte dwarstekening op het achterlijf. Het zijn slanke dieren. Ze hebben 2 paar vliezige vleugels. De werksters zijn 10-15 mm lang; koninginnen zijn een stuk forser en worden wel 20 mm lang. Opvallend kenmerk van de limonadewesp is de overgang van het borststuk naar het achterlijf. Dat is sterk ingesnoerd. Niet voor niets spreekt men wel van een “wespentaille”!

 

Leefwijze
Bovengenoemde wespensoorten behoren tot de sociaal levende insecten. Dat wil zeggen dat zij in groepen bij elkaar leven. De koningin, die in het najaar bevrucht is, legt in het voorjaar een nest aan. Meestal is dat op een beschutte plaats, in schuren, muurholten, spouwmuren, onder het dak of in de grond.


Door hout en andere vezels fijn te kauwen, wordt een grijze of bruingele, papierachtige stof gevormd waarvan de raten worden gemaakt. Altijd zijn de raten omgeven door een -min of meer ballonvormig- omhulsel dat uit hetzelfde papierachtige materiaal bestaat.

 

Ontwikkeling
In de cellen van de raat legt de koningin haar eitjes. De daaruit komende larven worden door haar verzorgd. Na de verpopping komen hier de werksters uit voort. Zij zien er hetzelfde uit als de koningin, alleen kleiner; het zijn allen vrouwtjes en ze zijn onvruchtbaar.


Ongeveer een maand na de aanleg van het nest, komen de eerste werksters uit de poppen. Zij nemen de zorg van de koningin over en zorgen voor de verdere uitbouw van het nest en de verzorging van het broed. De koningin gaat het nest nu niet meer uit en blijft bezig met eitjes leggen.


In augustus of september worden er mannelijke wespen geboren en korte tijd daarna nieuwe, doch nu wel vruchtbare vrouwtjes. Zij verlaten het nest om te gaan paren. Vrijwel direct daarna sterven de mannelijke wespen; in de loop van het najaar volgen alle inwoners van het nest, zowel de koningin als de werksters. Niemand overleeft en het oude nest wordt niet meer bewoond.
De jonge, bevruchte vrouwtjes zoeken een beschutte plaats op voor de overwintering en gaan pas in het voorjaar een nieuwe kolonie stichten. De tamelijk grote wespen die we in het vroege voorjaar zien, zijn dus altijd jonge koninginnen.

 

Voedsel
Wespen hebben een grote behoefte aan koolhydraten (suikers). Zij nemen daartoe nectar op uit bloemen, honingdauw (de suikerhoudende, vloeibare afscheiding van bladluizen), het vruchtvlees en sap van rijpe vruchten (o.a. peren en pruimen). Op het menu staan ook zoete etenswaren en dranken. Denk aan limonade, stroop e.d.


Voor de instandhouding van hun eigen lijf, maar vooral voor de voeding van de larven, hebben wespen eiwitten nodig. Die krijgen ze binnen door andere insecten te vangen en op te eten. Dat kunnen allerlei vliegensoorten en muggen zijn, maar ook volwassen hooiwagens, cicaden en hun larven, onbehaarde of gering behaarde rupsen, de larven van bladwespen, zaagwespen, honingbijen en spinnen. Wespen zijn dus onze “bondgenoten” als het gaat om de verdelging van insecten. Een populatie van 400 wespen kan per dag wel 3000 gevangen prooidieren naar het nest brengen! Ook vlees van kadavers wordt genuttigd, mits het vers en rechtstreeks bereikbaar is. Wespen zijn namelijk niet in staat om huid stuk te bijten.

 

Wering en preventie
Om wespen buiten te houden, moet men goed sluitende horren plaatsen in open ramen en deuren. Dicht alle naden, kieren en spleten (in gevels) met een daarvoor geschikt materiaal en plaats zogenaamde “bijenbekjes” in stootvoegen, om te voorkomen dat wespen zich kunnen nestelen in de spouwmuur. Houd daarnaast vuilcontainers en afvalemmers gesloten, om voedselaanbod te beperken. 

 

Waarschuwing
Tracht nooit de uitvliegopening(en) van een nest volledig dicht te stoppen. De wespen zullen net zo lang zoeken of knagen tot ze een andere uitgang hebben gevonden. Zo kunnen ze in grote aantallen ook binnen een gebouw terechtkomen!


Bestrijding
Wespen zijn zeer nuttige dieren. Slechts in noodgevallen moeten ze bestreden worden. Is het onvermijdelijk om een wespennest te bestrijden, dan kan dit het beste gebeuren door een poedervormig biocide (= bestrijdingsmiddel) aan te brengen in de invliegopeningen waar de wespen in en uit kruipen. Denk aan de openingen van het nest, openingen in de buitenmuur van een gebouw (bijvoorbeeld ventilatieopeningen van de spouwmuur) of gaten langs kozijnen. Het maakt daarbij geen enkel verschil of het nest zich dichtbij of verderop achter de opening bevindt. Het middel kan met behulp van een poederspuit worden toegepast door een deskundige en daartoe bevoegde bestrijdingstechnicus. In de meeste gevallen zal de populatie enkele uren na de behandeling zijn uitgeroeid.

 

 

Bron

©KAD – 2024

 

Meer weten?

Neem dan contact met ons op.

Duitse wesp

(Vespula germanica (F.))

  • Orde: Hymenoptera (vliesvleugeligen)
  • Familie: Vespidae (plooivleugelwespen)

 

De Duitse wesp (Vespula germanica F.) vormt samen met de gewone wesp (Vespula vulgaris L.) de groep van de zogenaamde limonadewespen: de wespen die in de tweede helft van de zomer overlast kunnen veroorzaken. De Duitse en de gewone wesp hebben meerdere familiegenoten die af en toe in Nederland worden aangetroffen, onder andere de Saksische wesp (Dolichovespula saxonica F.). De werksters van deze wespensoorten zijn qua uiterlijk moeilijk van elkaar te onderscheiden; bij de koninginnen is het verschil iets duidelijker. In een goed ontwikkeld wespenvolk kunnen soms wel 5000 of meer individuen voorkomen. Wespen steken wanneer ze in het nauw worden gebracht of wanneer het nest wordt verstoord. Sommige mensen zijn voor het wespengif zo gevoelig dat zij direct na het oplopen van een steek, in contact moeten treden met een arts.

 

Uiterlijk
Karakteristiek voor de Duitse (en gewone) wesp is de helgele en zwarte dwarstekening op het achterlijf. Het zijn slanke dieren. Ze hebben 2 paar vliezige vleugels. De werksters zijn 10-15 mm lang; koninginnen zijn een stuk forser en worden wel 20 mm lang. Opvallend kenmerk van de limonadewesp is de overgang van het borststuk naar het achterlijf. Dat is sterk ingesnoerd. Niet voor niets spreekt men wel van een “wespentaille”!


Leefwijze
Bovengenoemde wespensoorten behoren tot de sociaal levende insecten. Dat wil zeggen dat zij in groepen bij elkaar leven. Het vrouwtje, dat in het najaar bevrucht is, legt in het voorjaar een nest aan. Meestal is dat op een beschutte plaats, in schuren, muurholten, spouwmuren, onder het dak of in de grond.


Door hout en andere vezels fijn te kauwen, wordt een grijze of bruingele, papierachtige stof gevormd waarvan de raten worden gemaakt. Altijd zijn de raten omgeven door een -min of meer ballonvormig- omhulsel dat uit hetzelfde papierachtige materiaal bestaat.

 

Ontwikkeling
In de cellen van de raat legt de koningin haar eitjes. De daaruit komende larven worden door haar verzorgd. Na de verpopping komen hier de werksters uit voort. Zij zien er hetzelfde uit als de koningin, alleen kleiner; het zijn allen vrouwtjes en ze zijn onvruchtbaar.


Ongeveer een maand na de aanleg van het nest, komen de eerste werksters uit de poppen. Zij nemen de zorg van de koningin over en zorgen voor de verdere uitbouw van het nest en de verzorging van het broed. De koningin gaat het nest nu niet meer uit en blijft bezig met eitjes leggen.


In augustus of september worden er mannelijke wespen geboren en korte tijd daarna nieuwe, doch nu wel vruchtbare vrouwtjes. Zij verlaten het nest om te gaan paren. Vrijwel direct daarna sterven de mannelijke wespen; in de loop van het najaar volgen alle inwoners van het nest, zowel de koningin als de werksters. Niemand overleeft en het oude nest wordt niet meer bewoond.
De jonge, bevruchte vrouwtjes zoeken een beschutte plaats op voor de overwintering en gaan pas in het voorjaar een nieuwe kolonie stichten. De tamelijk grote wespen die we in het vroege voorjaar zien, zijn dus altijd jonge koninginnen.

 

Voedsel
Wespen hebben een grote behoefte aan koolhydraten (suikers). Zij nemen daartoe nectar op uit bloemen, honingdauw (de suikerhoudende, vloeibare afscheiding van bladluizen), het vruchtvlees en sap van rijpe vruchten (o.a. peren en pruimen). Op het menu staan ook zoete etenswaren en dranken. Denk aan limonade, stroop e.d.


Voor de instandhouding van hun eigen lijf, maar vooral voor de voeding van de larven, hebben wespen eiwitten nodig. Die krijgen ze binnen door andere insecten te vangen en op te eten. Dat kunnen allerlei vliegensoorten en muggen zijn, maar ook volwassen hooiwagens, cicaden en hun larven, onbehaarde of gering behaarde rupsen, de larven van bladwespen, zaagwespen, honingbijen en spinnen. Wespen zijn dus onze “bondgenoten” als het gaat om de verdelging van insecten. Een populatie van 400 wespen kan per dag wel 3000 gevangen prooidieren naar het het nest brengen! Ook vlees van kadavers wordt genuttigd, mits het vers en rechtstreeks bereikbaar is. Wespen zijn namelijk niet in staat om huid stuk te bijten.

 

Wering en preventie
Om wespen buiten te houden, moet men goed sluitende horren plaatsen in open ramen en deuren. Dicht alle naden, kieren en spleten (in gevels) met een daarvoor geschikt materiaal en plaats zogenaamde “bijenbekjes” in stootvoegen, om te voorkomen dat wespen zich kunnen nestelen in de spouwmuur. Houd daarnaast vuilcontainers en afvalemmers gesloten, om voedselaanbod te beperken.

 

Waarschuwing
Tracht nooit de uitvliegopening(en) van een nest volledig dicht te stoppen. De wespen zullen net zo lang zoeken of knagen tot ze een andere uitgang hebben gevonden. Zo kunnen ze in grote aantallen ook binnen een gebouw terechtkomen!

 

Bestrijding
Wespen zijn zeer nuttige dieren. Slechts in noodgevallen moeten ze bestreden worden. Is het onvermijdelijk om een wespennest te bestrijden, dan kan dit het beste gebeuren door een poedervormig biocide (= bestrijdingsmiddel) aan te brengen in de invliegopeningen waar de wespen in en uit kruipen. Denk aan de openingen van het nest, openingen in de buitenmuur van een gebouw (bijvoorbeeld ventilatieopeningen van de spouwmuur) of gaten langs kozijnen. Het maakt daarbij geen enkel verschil of het nest zich dichtbij of verderop achter de opening bevindt. Het middel kan met behulp van een poederspuit worden toegepast door een deskundige en daartoe bevoegde bestrijdingstechnicus. In de meeste gevallen zal de populatie enkele uren na de behandeling zijn uitgeroeid.

 

 

Bron

©KAD – 2024

 

Meer weten?

Neem dan contact met ons op.

Franse veldwesp

(Polistes dominula (Christ))

 

  • Orde: Hymenoptera (vliesvleugeligen)
  • Familie: Vespidae (plooivleugelwespen)

 

De laatste jaren blijkt het aantal Franse veldwespen in ons land toe te nemen. Kennelijk profiteert deze warmteminnende soort van de stijgende temperaturen.

Uiterlijk


De Franse veldwesp heeft een iets meer afgeplat en slanker lichaam dan andere wespensoorten. De voelsprieten zijn wat meer oranje en hun lichaam is overwegend zwart met gele dwarsstrepen. Mannetjes kunnen van vrouwtjes worden onderscheiden door de andere kleur ogen (groen vs. zwart) en daarnaast hebben mannetjes gekromde uiteinden aan de voelsprieten. Kenmerkend zijn de lange poten, die zich tijdens de vlucht vaak in een hangende positie bevinden.


De Franse veldwesp wordt ongeveer 12 tot 18 millimeter lang en is het hele jaar te zien. De koningin overwintert op beschutte plaatsen in bomen maar ook wel in huizen.

 

Leefwijze
In het voorjaar worden de nesten gesticht door een koningin die overwinterd heeft. Nesten hebben geen omhulsel van papier, maar zijn open, waardoor de wespen goed te zien zijn en bevatten in het algemeen ongeveer 10 andere wespen. De koningin maakt haar nesten op beschutte locaties. Soms worden nesten ook aangetroffen in auto’s, onder dakpannen of onder de handgrepen van kliko’s. De Franse veldwesp jaagt voornamelijk op insecten en is niet geïnteresseerd in zoete stoffen. Hierdoor komt hij zelden in conflict met de mens. Wel kan de Franse veldwesp steken, maar dat gebeurt in principe alleen als gevaar dreigt.

 

In tegenstelling tot veel andere wespen, bewoont de Franse veldwesp soms meerdere nesten naast elkaar. Vaak werken 2 of meer jonge (zuster)koninginnen zelfs samen aan eenzelfde nest. Uit die groep stichtsters ontwikkelt zich een rangorde. Eén van de dominantere vrouwtjes wordt uiteindelijk de nieuwe koningin en zal de meeste eitjes produceren. De andere geïnsemineerde vrouwtjes worden gedegradeerd tot werksters. Daarna worden ook echte werksters voortgebracht die niet paren.

 
 

Bron

©KAD – 2024

 

Meer weten?

Neem dan contact met ons op.

Europese hoornaar

(Vespa crabro (L.))

  • Orde: Hymenoptera (vliesvleugeligen)
  • Familie: Vespidae (plooivleugelwespen)

 

De (Europese) hoornaar is een wespensoort die veel voorkomt in Nederland. Dit 30 mm grote vliegende insect is geel, zwart en bruinrood gekleurd. Hoewel hoornaars een erg negatieve naam hebben en mensen hun agressie vrezen, zijn hoornaars van nature niet geïnteresseerd in mensen en worden alleen agressief in verdediging van het nest. Ze worden doorgaans ook wel de grote vriendelijke reus onder de wespen genoemd.

 

Uiterlijk
Hoornaars zijn stukken groter dan de duitse wesp en de gewone wesp. De grootte van een hoornaar is afhankelijk van zowel het geslacht als de rol. Zo worden mannetjes tussen de 21 en 28 mm, werksters tussen de 18 en 24 mm en koninginnen 25 tot 35 mm. Hoornaars hebben naar verhouding een erg grote kop, welke geel met oranje tot rood van kleur is. Het borststuk, dat de poten en vleugels bevat, is vaak rood en zwart gekleurd. De vleugels van de hoornaar hebben een wat rokerige bruinrode kleuring. Zoals kenmerkend voor alle wespensoorten heeft de hoornaar ook een duidelijke wespentaille. Het eerste segment van het achterlijf is bij de hoornaar ook roodbruin van kleur.

 

Ontwikkeling
Hoornaars kennen een volledige gedaanteverwisseling. Dit wil zeggen dat de ontwikkeling 4 stadia kent: ei–larve–pop–adult. Alleen de hoornaar koninginnen overleven jaarlijks de winter; zij komen rond eind april uit winterslaap en starten in mei met een nieuw nest. Hierbij zullen zij nooit een oud nest hergebruiken maar altijd een nieuwe maken. Dit ‘basisnest’ is rond met binnenin slechts een enkele raat en maar een tiental cellen.


In de loop van de meimaand begint de koningin, die in het voorgaande jaar is bevrucht door een mannetje, met het afzetten van eitjes. De eitjes zijn enkele millimeters lang, wit van kleur en langwerpig van vorm. Ze komen eind mei uit waarbij larven verschijnen die worden verzorgd door de koningin. Begin juni zijn deze larven volledig ontwikkeld waarna ze hun cel aan de bovenzijde dichtspinnen en zich verpoppen. Omstreeks eind juni verschijnen de eerste werksters die vervolgens alle taken van de koningin overnemen, behalve het leggen van de eitjes. Het takenpakket van de werksters omvat het uitbouwen van het nest, het verzorgen van de eitjes en de larven en het verjagen van indringers. Pas als de eerste groep werksters actief geworden is, wordt begonnen aan de bouw van het eigenlijke nest. Dit nest bevindt zich bovengronds, veelal op een droge en donkere plek.

 

Eind augustus legt de koningin eitjes waar mannetjes en nieuwe koninginnen uit voortkomen. De mannetjes en nieuwe koninginnen vliegen uit en paren, waarna de mannetjes sterven en de koninginnen zich verspreiden en een plekje zoeken om te overwinteren. De laatste werksters zullen in de loop van oktober en november sterven.

 

Leefwijze
Hoornaars zijn echte rovers die allerlei insecten vangen, waarbij grootte er niet veel toe doet. Zo worden er zelfs libellen gevangen. Deze gevangen insecten consumeren ze echter niet zelf, maar dienen als eiwitrijk voedsel voor de larven. Volwassen hoornaars voeden zich voornamelijk met het suikerrijke sap uit planten. Hoornaars leven in een kolonie van meerdere generaties die broedzorg tonen voor de volgende generaties. Het totaal aantal hoornaars binnen een kolonie ligt een stuk lager dan bij de meeste wespensoorten. Waar gewone wespenkolonies duizenden exemplaren kunnen bevatten, gaat het bij de hoornaar meestal om honderden.

 

De activiteit van hoornaars laat zich erg beïnvloeden door de temperatuur; wanneer het warmer is zullen ze actiever zijn dan bij lagere temperaturen. In tegenstelling tot wespen vliegen hoornaars ook met regen en zelfs ’s nachts uit.

 

Overlast
De hoornaar zoekt de mens zelden op, in tegenstelling tot eerder genoemde gewone en duitse wespen, omdat zij niet afkomen op zoetigheden zoals frisdrank. De hoornaar kan echter wel agressief worden wanneer men te dicht bij het nest komt. Dit betekent dus dat zolang u op afstand blijft (enkele meters) er geen gevaar is voor agressie van hoornaars. Wanneer iets of iemand het nest benaderd, komen de werksters luid brommend aanvliegen om eventuele boosdoeners of indringers af te schrikken. Wees wel alert dat op zo’n moment de hoornaars eerder geneigd zijn om te gaan steken. Het behouden van een nest van de hoornaar in de omgeving heeft als voordeel dat u minder last zult hebben van andere vervelende insecten zoals vliegen en muggen. Indien een nest zich op een lastige plaats bevindt, zoals naast de voordeur van een gebouw, is het vaak wel wenselijk om het te verwijderen.

 

Wering
Om hoornaars buiten te houden, moet men goed sluitende horren plaatsen in open ramen en deuren. Dicht alle naden, kieren en spleten (in gevels) met een daarvoor geschikt materiaal en plaats zogenaamde “bijenbekjes” in stootvoegen, om te voorkomen dat hoornaars zich kunnen nestelen in de spouwmuur.

 

Bestrijding
Hoornaars zijn nuttige dieren. Zo lang ze geen direct gevaar vormen raden wij af om tot bestrijding over te gaan. Is het onvermijdelijk om een nest uit te roeien, dan kan dit het beste gebeuren door een poedervormig biocide (= bestrijdingsmiddel) aan te brengen in de openingen waar de hoornaars in en uit kruipen. Denk aan de openingen van het nest, openingen in de buitenmuur van een gebouw (bijvoorbeeld ventilatieopeningen van de spouwmuur) of gaten langs kozijnen. Het maakt daarbij geen enkel verschil of het nest zich dichtbij of verderop achter de opening bevindt. Het middel kan met behulp van een poederspuit worden toegepast door een deskundige en daartoe bevoegde bestrijdingstechnicus. Uitgevoerd bij avond, zal de populatie in de loop van de daarop volgende dag uitgeroeid zijn.

 

Soms kan het zinvol zijn om de grootte van een vliegopening te verkleinen. Dit heeft een dubbel effect: de dieren worden gedwongen om door de kleinere opening te kruipen en dus is er minder poeder nodig. Achterliggende gedachte is dat hoornaars die naar het nest terugkeren, in aanraking komen met het poeder. Zij brengen dat in het nest doordat het poeder in de beharing van het lijf en de poten, of met het voedsel mee naar binnenkomt. Hierdoor worden ook het broed (de larven) en de koningin gedood. Wij raden u aan bovengenoemde handelingen ‘s avonds of bij koel weer uit te voeren.


Doet u dit niet, dan bestaat er een kans om door een hoornaar te worden gestoken. Ga in elk geval overdag niet in de aanvliegroute staan. In de meeste gevallen zal de populatie enkele uren na de behandeling zijn uitgeroeid.

 

 

Waarschuwing
Tracht nooit de uitvliegopening(en) van een nest volledig dicht te stoppen. De hoornaars zullen net zo lang zoeken of knagen tot ze een andere uitgang hebben gevonden. Op die manier kunnen ze in grote aantallen ook binnen een gebouw terechtkomen!

 

Bron

©KAD – 2024

 

Meer weten?

Neem dan contact met ons op.

Aziatische hoornaar

(Vespa velutina (Lepeletier))

  • Orde: Hymenoptera (vliesvleugeligen)
  • Familie: Vespidae (plooivleugelwespen)

 

De Aziatische hoornaar is een exotische wespensoort die zich inmiddels heeft verspreid van Frankrijk tot Spanje, Portugal, Italië, Duitsland, Groot-Brittannië en België. Ook in Nederland wordt de soort steeds vaker aangetroffen.

 

Uiterlijk
De Aziatische hoornaar is goed te herkennen aan zijn volledig zwarte borststuk. Ook de poten zijn zwart, maar de uiteinden van de poten zijn knalgeel. Op het achterlijf is aan de voorzijde een smalle gele band te zien. Verder naar achter is een dikkere gele band zichtbaar. De Aziatische hoornaar is iets kleiner dan de (Europese) hoornaar (Vespa Crabro). Werksters van de Aziatische hoornaar worden zo’n 1,7-2,4 cm groot.

 

De leefwijze van de Aziatische hoornaar is veelal hetzelfde als die van andere sociale wespen. In het voorjaar start de overwinterde koningin met het vormen van een nest met een kleine populatie nakomelingen. Als het nest te groot wordt voor de locatie, verhuizen zij naar een betere plek. Het overgrote deel van de nesten wordt hoog in boomtoppen gebouwd. De Aziatische hoornaar maakt vrij hangende nesten. Een nest kan wel een doorsnee van 80 cm bereiken, waarin zich tot wel 1000 hoornaars bevinden.

 

In het nest worden de jongen groot gebracht. Zij hebben behoefte aan eiwitrijk voedsel voor de groei en worden gevoed met andere insecten. Hiervan worden lichaamsdelen afgebeten tot alleen het eiwitrijke borststuk (waarin zich de vliegspieren bevinden) achterblijft. De volwassen hoornaars hebben alleen koolhydraatrijk voedsel nodig. Zij voeden zich o.a. met nectar.

In september worden mannetjes geboren, een maand later de jonge koninginnen. Deze paren met elkaar. De bevruchtte koninginnen zoeken een beschutte plek om te overwinteren. De overige wespen van het nest sterven in de loop van de herfst.

 

Overlast
De Aziatische hoornaar is een jager, met een sterke voorkeur voor honingbijen. Zo’n 37% van hun dieet bestaat uit honingbijen. In stedelijke omgeving kan dit wel 65% bedragen. De soort kan honingbijenkasten binnendringen, waarna de nesten volledig worden leeggeroofd. De Aziatische hoornaar is voor de mens niet gevaarlijker dan de Europese hoornaar. Wel nestelt deze vaak in stedelijke gebieden. Samen met het feit dat nesten van Aziatische hoornaars uit grotere aantallen wespen bestaan dan de inheemse hoornaar, vergroot dit wel de kans op een aanvaring met de wesp. Steken van een hoornaar kunnen pijnlijker ervaren worden dan die van overige wespen, aangezien de angel een stuk langer is. De gifstof die zij met hun angel inbrengen kan zodanig direct in de bloedbaan terecht komen. Bij een allergische reactie kan een Epipen* worden toegepast.

 

* Let op: de Epipen is géén tegengif. Na de adrenaline injectie zal de allergische reactie alsnog verder behandeld moeten worden. Bel na gebruik van de Epipen dus altijd 112!

 

Bestrijding
De Aziatische hoornaar staat op de Europese Unielijst van exoten. Dit houdt in dat de provincies verplicht zijn om de wesp te bestrijden wanneer deze wordt aangetroffen. Tevens is het verboden de soort in het wild los te laten. Wij raden streng af om zelf nesten te behandelen of te verwijderen wegens de risico’s op meerdere steken.


Alvorens een bestrijding dient te worden vastgesteld of het inderdaad de Aziatische hoornaar betreft (determinatie). De (Europese) hoornaar is namelijk een belangrijke rover in de natuur en hoeft niet bestreden te worden.

 

Bron

©KAD – 2024

 

Meer weten?

Neem dan contact met ons op.

Bestrijding

Voor een goede bestrijding: bel Wespro of kijk hier voor meer contactinformatie.

 

Wespro: familiebedrijf sinds 1999

Last van plaagdieren of interesse in onze mobiele straaldiensten? Lees dan verder voor meer informatie of neem contact met ons op. Wij zijn een écht familiebedrijf. Met jarenlange ervaring en gespecialiseerd in plaagdierpreventie en mobiele straalwerken.

Deze website wil gebruik maken van cookies.