Kakkerlakken

De meest voorkomende soort kakkerlak is de Duitse kakkerlak. Ze komen vaak in grote aantallen voor, in woonhuizen, bakkerijen, hotels, ziekenhuizen, restaurants en levensmiddelenbedrijven. Ze houden zich met name schuil bij motoren van koelkasten, in, onder en achter keukenkastjes, onder de plinten, in badkamers, in kieren en naden en in leidingkokers.

Kakkerlakken

(Blattella germanica (L.))

 

  • Orde: Blattodea (kakkerlakken)
  • Familie: Ectobiidae

 

Behalve in woonhuizen, komen Duitse kakkerlakken  in grote aantallen voor in bakkerijen, levensmiddelenbedrijven, hotels, restaurants, ziekenhuizen, vuilstortplaatsen en aan boord van schepen. Ze verspreiden een onaangename geur die door levensmiddelen wordt opgenomen. Deze geur wordt veroorzaakt door het uitscheidingsproduct van de rugklier.

 

Alleseters
Duitse kakkerlakken zijn alleseters. Zij voeden zich onder meer met levensmiddelen maar kunnen ook leven van dode dieren, uitwerpselen en afvalstoffen. Als gevolg daarvan kunnen zij dragers zijn van bacteriën en mijten. Mede doordat zij in aanraking komen met allerlei vuil, kunnen ze (onder bepaalde omstandigheden) ziekten overbrengen. Hun aanwezigheid is in de directe omgeving van de mens volstrekt ongewenst. In de tropen zijn deze kakkerlakken natuurlijke “opruimers” en dienen zij als voedsel voor grotere dieren, waaronder vogels.

 

Uiterlijk
De Duitse kakkerlak is de meest voorkomende soort kakkerlak in Nederland. Een volwassen Duitse kakkerlak is 1,1-1,5 cm lang en gevleugeld. Duitse kakkerlakken vliegen alleen bij een zeer hoge luchttemperatuur. De kleur is strogeel tot lichtbruin met twee zwarte lengtestrepen op het borstschild; nimfen zijn donkerder van kleur. De mannetjes zijn slanker dan de vrouwtjes.

 

Ontwikkeling
De ontwikkeling van de Duitse kakkerlak vindt langzaam plaats. Het wijfje draagt de eitjes in een eipakket (cocon), dat ca. 30 stuks bevat. Dit draagt ze, afhankelijk van de luchttemperatuur, ongeveer 3-5 weken aan het achterlijf met zich mee voordat zij het op een willekeurige plaats afzet. Volwassen wijfjes produceren gedurende hun levensduur van ca. een half jaar, gemiddeld 7 eipakketten. Kort na het afzetten van een eipakket komen de vleugelloze larven uit. Zij doorlopen een ontwikkelingsperiode van 1½ maand waarin ze 6 maal vervellen voordat ze volwassen zijn (bij temperaturen lager dan 25°C duurt de ontwikkeling langer). Duitse kakkerlakken prefereren een temperatuur tussen 25 en 32°C en een relatieve luchtvochtigheid van 70% of hoger. Zij zijn gevoelig voor kou; een temperatuur van -4°C gedurende ca. 12 uur, is doorgaans fataal.

 

Leefwijze
Veel kakkerlaksoorten zijn lichtschuw; zo ook Duitse kakkerlakken. Overdag houden zij zich schuil op donkere, warme en vochtige plaatsen, bijvoorbeeld bij de motor van de koelkast (zie filmpje hieronder). ’s Nachts gaan zij op zoek naar voedsel. Voedselgebrek doorstaan kakkerlakken geruime tijd. Bij gebrek aan voedsel knagen ze aan o.a. papier en leer.

 

Wering
Duitse kakkerlakken verspreiden zich o.a. via gebruikte dozen, manden, kisten, containers en dergelijke die met bagage, verhuizingen en transporten worden binnengebracht. Om ze in gebouwen te weren zou dit binnenbrengen dus voorkomen moeten worden. Ook het beperken van het voedselaanbod door een zorgvuldige hygiëne kan bijdragen aan de wering van Duitse kakkerlakken. Op de eerste plaats kunt u ervoor zorgen dat daar waar ze hun voedsel vinden, meestal in de keuken, ’s nachts geen eten of etensresten te vinden zijn. 

 

Met andere woorden: berg etenswaren op in goed afgesloten schalen, blikken, kunststof dozen en/of in de koelkast. Etensresten en keukenafval direct opruimen. Vuilnisemmers zorgvuldig afsluiten en bij voorkeur ‘s nachts buiten zetten. Daarnaast kan het dichten van doorvoeropeningen van leidingen en dergelijke bijdragen tot het beperken van de verspreiding van de kakkerlakken in een gebouw.

 

Inrichting
Wespro adviseert bij nieuw in te richten keukens, badkamers, restaurants, bars, zieken- en verpleeghuizen en dergelijke om het creëren van schuilplaatsen voor insecten zo veel mogelijk te voorkomen. Ook een zorgvuldig gekozen situering van de keuken en een droge, koele opslagplaats voor levensmiddelen dragen bij aan het voorkomen van deze dierplaag.

 

Kosten
De Woningwet schrijft voor dat de gemeente in het kader van o.a. de volksgezondheid toezicht houdt op naleving van de hygiënevoorschriften en (indien nodig) de eigenaar van een woning sommeert om dierplagen te weren en/of te bestrijden. De eigenaar dient de door de gemeente noodzakelijk geachte werings- en bestrijdingsmaatregelen te (laten) treffen en de kosten daarvan te betalen.

 

Bestrijding

  1. Inventarisatie
    Voordat een bestrijdingsactie mag plaatsvinden, moet eerst (door of namens de gemeente of huiseigenaar) de omvang van de verspreiding van de Duitse kakkerlakken onderzocht worden. Zo’n onderzoek vindt plaats zowel binnen het betreffende gebouw als in de aangebouwde panden.

  2. Plan van aanpak
    Vervolgens wordt een bestrijdingsplan opgesteld. Daarin staan o.a. de volgorde van de behandeling, de toe te passen methode, de benodigde apparaten, de menskracht en de toegelaten middelen. Tevens staan hierin afspraken dit met de eigenaar en/of bewoners van het pand gemaakt zijn.

  3. Voorbereidingen treffen
    De schuilplaatsen van de Duitse kakkerlakken moeten goed bereikbaar zijn tijdens de bestrijding. Indien nodig, moet de huiseigenaar hiervoor maatregelen treffen. Denk aan leidingkokers, ruimten achter aanrechtkastjes, kruipruimten enz. Bewoners en/of gebruikers van het pand hebben ook een taak in het bereikbaar maken van schuilplaatsen, zoals het leegruimen van keukenkastjes.

  4. Bestrijding
    De bestrijding van Duitse kakkerlakken behoort door deskundigen te worden uitgevoerd. In de meeste gevallen bestaat de bestrijding uit een plaatselijke behandeling van alle mogelijke schuilplaatsen en de directe omgeving ervan. De bestrijding dient plaats te vinden met inachtneming van de voorzorgsmaatregelen en Wettelijke Gebruiksvoorschriften die op het etiket van de biocide (= bestrijdingsmiddel) vermeld staan. Wanneer u een werkzame stof of de toelatingsstatus van een biocide wilt checken, kunt u de bestrijdingsmiddelendatabank van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) raadplegen: www.ctgb.nl
  5. Nazorg
    Enkele weken (afhankelijk van de gekozen behandelingsmethode) na de eerste behandeling, zal door een deskundige een controle worden uitgevoerd. Dan wordt vastgesteld of nabehandeling nodig is. Blijf echter alert op Duitse kakkerlakken en, mocht u ze signaleren, meld dit dan aan de eigenaar van het gebouw of de woning. Nadat de bestrijdingsactie is uitgevoerd, kunnen op kwetsbare plaatsen, zoals bij levensmiddelenbedrijven en dergelijke, kakkerlakkeninfiltraties worden gesignaleerd met behulp van lijmvallen.

 

Bron

©KAD – 2024

 

Meer weten?

Neem dan contact met ons op.

Bruinbandkakkerlak

(Supella longipalpa (F.))

 

  • Orde: Blattodea (kakkerlakken)
  • Familie: Ectobiidae

 

De huidige officiële naam is huiskakkerlak, maar over het algemeen staat deze soort nog bekend als bruinbandkakkerlak. Deze kakkerlakkensoort komt oorspronkelijk uit Afrika, maar is tegenwoordig mede dankzij het handelsverkeer vrijwel overal ter wereld te vinden. In warme gebieden met een gematigd klimaat leven ze in gebouwen. Kakkerlakken kan men aantreffen in woningen, restaurants, hotels, ziekenhuizen, bakkerijen, levensmiddelenbedrijven en aan boord van schepen.

 

Alleseters
Bruinbandkakkerlakken zijn alleseters, maar hebben een voorkeur voor zetmeelhoudende producten. Zij voeden zich onder meer met levensmiddelen, stijfsel van behang, lijm van boeken, maar kunnen ook leven van dode dieren, uitwerpselen en afvalstoffen. Als gevolg daarvan kunnen zij dragers zijn van bacteriën en mijten en kunnen ze, onder bepaalde omstandigheden, ziekten overbrengen. Hun aanwezigheid is in de directe omgeving van de mens volstrekt ongewenst.

In de tropen zijn kakkerlakken natuurlijke “opruimers” en dienen zij als voedsel voor grotere dieren, waaronder vogels.

 

Uiterlijk
De bruinbandkakkerlak lijkt oppervlakkig gezien op de Duitse kakkerlak, maar heeft echter niet de twee opvallende lengtestrepen op het halsschild die de Duitse kakkerlak wel bezit. Het halsschild van de bruinbandkakkerlak is egaal donker van kleur, de rand ervan is bijna kleurloos. De Nederlandse naam verwijst naar de twee donkere, bruine banden die dwars over de romp en het achterlijf lopen. Bij volwassen exemplaren worden ze grotendeels door de vleugels bedekt.

Volwassen mannetjes zijn slank gebouwd met vleugels die het achterlijf ruimschoots bedekken. Bij de volwassen vrouwtjes laten de vleugels een groot deel van het vrij brede achterlijf onbedekt. De lengte van een volwassen exemplaar bedraagt 10-15 mm.


Ontwikkeling
Bruinbandkakkerlakken prefereren een temperatuur van 30°C. Bij een temperatuur beneden de 24°C wordt de ontwikkeling sterk afgeremd. De paring vindt plaats 3-5 dagen na het volwassen worden en het eerste eipakket wordt ca. 10 dagen later gevormd. De vrouwtjes produceren 10-20 eipakketten, met gemiddeld 16 eitjes, met tussenpozen van 7-10 dagen, waar na ca. 37 dagen (bij 30°C) de jonge nimfen uitkomen. De nimfen maken bij 30°C in ongeveer 55 dagen 6-8 vervellingen door, voor ze volwassen zijn. De totale ontwikkelingstijd van nimf tot volwassen kakkerlak duurt bij de optimale temperatuur 95 dagen, maar kan onder minder gunstige omstandigheden oplopen tot 276 dagen. Volwassen bruinbandkakkerlakken leven ca. 4 maanden.

 

Leefwijze
De bruinbandkakkerlak heeft minder vocht nodig dan de Duitse kakkerlak en kan daarom ook worden aangetroffen op drogere plaatsen verspreid door het gebouw. De soort komt bijvoorbeeld voor in woonkamers waar ze zich verschuilt in meubels, achter wandplaten en boeken, achter losse randen van het behang e.d. Deze eigenschappen, samen met het reeds na 1-2 dagen door het vrouwtje vastklitten van gevormde eipakketten aan de binnenkant van meubelen of het op willekeurige plaatsen loslaten ervan, maken het moeilijker om deze kakkerlakkensoort te bestrijden.
De bruinbandkakkerlak is niet of weinig lichtschuw en vliegt gemakkelijk op als hij wordt verstoord, dit in tegenstelling tot de Duitse kakkerlak.

 

Wering
De verspreiding van kakkerlakken vindt onder meer plaats door het binnenbrengen van meermaals gebruikte dozen, manden, kisten en containers, met reisbagage en door verhuizingen en transporten. Het verdient aanbeveling deze artikelen om te pakken en te controleren op de aanwezigheid van kakkerlakken.

 

Ook het beperken van het voedselaanbod door een zorgvuldige hygiëne aan te houden kan bijdragen aan de wering van bruinbandkakkerlakken. Allereerst kunt u ervoor zorgen dat daar waar ze hun voedsel vinden, meestal in de keuken, geen eten of etensresten te vinden zijn. Met andere woorden: berg etenswaren op in de koelkast of in goed afsluitbare kunststof bakken, glazen potten e.d. en ruim etensresten en keukenafval direct op.


Sluit vuilnisbakken zorgvuldig af en zet ze bij voorkeur ’s nachts buiten. Daarnaast kan het dichten van doorvoeropeningen van leidingen en dergelijke bijdragen tot het beperken van de verspreiding van de kakkerlakken in een gebouw.

 

Bij planning van nieuwbouw en inrichting van keukens, badkamers, restaurants, bars, zieken- en verzorgingshuizen, moet het creëren van voor insecten geschikte schuilplaatsen zo goed mogelijk worden voorkomen. Ook een zorgvuldig gekozen situering van de keuken en een droge, koele opslagplaats voor levensmiddelen dragen bij aan het voorkomen van een dierplaag.

 

Bestrijding

  1. Inventarisatie
    Voordat een bestrijdingsactie mag plaatsvinden, dient door of namens de huiseigenaar een onderzoek te worden ingesteld naar de omvang van de verspreiding van bruindbandkakkerlakken binnen het betrokken gebouw, alsook in de aangebouwde panden. In flatgebouwen vindt de verspreiding allereerst in verticale richting plaats via leidingkokers etc. Voor dat onderzoek kan gebruik worden gemaakt van “lijmvallen” of “vangdozen”.

  2. Planning
    Vervolgens wordt een bestrijdingsplan opgesteld. Daarin staat o.a. de volgorde van de behandeling, de toe te passen methode, de menskracht, de benodigde materialen en de toegelaten middelen. Tevens staan hierin afspraken die met de eigenaar en/of bewoners van het pand gemaakt zijn. Bij een grootschalige verspreiding van kakkerlakken dient door een coördinator werkafspraken te worden gemaakt met contactpersonen van andere diensten, welzijnswerkers e.d. Voorbereidingen moeten worden getroffen voor eventuele noodzakelijke informatie in vreemde talen. Afspraken moeten worden gemaakt indien meerdere uitvoerders/contractanten betrokken zijn.
  3. Voorbereidingen treffen
    De schuilplaatsen van bruinbandkakkerlakken dienen goed bereikbaar te zijn tijdens de bestrijding. Indien nodig, moet de huiseigenaar hiervoor maatregelen treffen (denk aan ruimtes achter aanrechtkastjes, kruipruimten, leidingkokers e.d.). Bewoners en/of gebruikers van het pand hebben ook een taak in het bereikbaar maken van schuilplaatsen, zoals het leegruimen van keukenkastjes.

    Speelgoed mag niet in contact komen met biociden (=bestrijdingsmiddelen) en moet voorafgaand aan de bestrijding worden opgeruimd. Bovendien moet open vuur (N.B. waakvlammen!) gedoofd worden, moeten aquaria worden afgedekt en de luchtpomp worden uitgezet.

  4. Bestrijding
    De bestrijding van bruinbandkakkerlakken behoort door deskundigen te worden uitgevoerd. In de meeste gevallen bestaat de bestrijding uit een plaatselijke behandeling van alle mogelijke schuilplaatsen en de directe omgeving ervan. Tijdens de uitvoering van de bestrijdingsactie en gedurende de ventilatieperiode (tenminste 2 uur) dient men met de huisdieren elders te verblijven. Reinig na de ventilatieperiode werkvlakken (aanrecht e.d.). De bestrijding dient plaats te vinden met inachtneming van de voorzorgsmaatregelen en Wettelijke Gebruiksvoorschriften die op het etiket van de biocide vermeld staan. Wanneer u een werkzame stof of de toelatingsstatus van een biocide wilt checken, kunt u de bestrijdingsmiddelendatabank van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) raadplegen.

  5. Nazorg
    Enkele weken (afhankelijk van de gekozen behandelingsmethode) na de eerste behandeling, zal door een deskundige een controle worden uitgevoerd om vast te stellen of nabehandeling nodig is. Blijf echter alert op bruinbandkakkerlakken en, mocht u ze signaleren, meld dit aan de eigenaar van het pand.

 

Nadat de bestrijdingsactie is uitgevoerd, kunnen op kwetsbare plaatsen, zoals bij levensmiddelenbedrijven en dergelijke, kakkerlakkeninfiltraties worden gesignaleerd met behulp van lijmvallen.

 

Bron

©KAD – 2024

 

Meer weten?

Neem dan contact met ons op.

Oosterse kakkerlak

(Blatta orientalis (L.))

 

  • Orde: Blattodea (kakkerlakken)
  • Familie: Blattidae (kakkerlakken)

 

Officieel is de huidige Nederlandse benaming ‘bakkerstor’. Gezien het niet om een tor gaat, houden we om verwarring te voorkomen de oosterse kakkerlak aan. Behalve in woonhuizen, komen oosterse kakkerlakken in grote aantallen voor in bakkerijen, levensmiddelenbedrijven, hotels, restaurants, ziekenhuizen, wasserijen en rioleringen. Ze verspreiden een onaangename geur die door levensmiddelen worden opgenomen. Deze geur wordt veroorzaakt door het uitscheidingsproduct van de rugklier.

 

Alleseter
Oosterse kakkerlakken zijn alleseters, waarbij hun voorkeur uitgaat naar zoet en zetmeel. Zij voeden zich o.m. met levensmiddelen maar kunnen ook leven van dode dieren, uitwerpselen en afvalstoffen. Als gevolg daarvan kunnen zij dragers zijn van bacteriën en mijten. Mede doordat zij in aanraking komen met allerlei vuil, kunnen ze (onder bepaalde omstandigheden) ziekten overbrengen.

 

Hun aanwezigheid is in de directe omgeving van de mens volstrekt ongewenst. In de tropen zijn kakkerlakken natuurlijke “opruimers” en dienen zij als voedsel voor grotere dieren, waaronder vogels.

 

Uiterlijk
Een volwassen oosterse kakkerlak is 21-28 mm lang, excl. antennen. De kleur is roodbruin tot blauwzwart; de larven zijn zeer donker gekleurd. Alleen het mannetje bezit goed ontwikkelde vleugels, maar kan ondanks dat niet vliegen. Door die vleugels is het mannetje vaak iets lichter van kleur.

 

Ontwikkeling
De ontwikkeling van de oosterse kakkerlak vindt langzaam plaats. Het wijfje draagt de eitjes in een eipakket, dat ca. 16 stuks bevat. Zij draagt dit hoogstens 5 dagen aan het achterlijf met zich mee voordat zij het pakket op een gunstige plaats afzet. Volwassen wijfjes produceren gedurende hun levensduur van ca. 9 maanden, gemiddeld 8 eipakketten.


Ongeveer 2-3 maanden na het afwerpen van het eipakket, komen de vleugelloze larven uit. Afhankelijk van de omstandigheden doorlopen zij een ontwikkelingsperiode van 1-4 jaar waarin ze 7-8 maal vervellen voordat ze volwassen zijn. De temperatuur is voor hun ontwikkeling cruciaal; enkele graden verschil kan de ontwikkeling van dit insect maanden doen versnellen of juist vertragen. Oosterse kakkerlakken zijn gevoelig voor kou; een temperatuur van -4°C gedurende ca. 15 uur, is doorgaans fataal.

 

Leefwijze
Veel kakkerlaksoorten zijn lichtschuw, zo ook de oosterse kakkerlak. Overdag houden zij zich schuil op donkere, warme en vochtige plaatsen: achter de kachel, oven of centrale verwarming, in keukenkastjes, verwarmingskelders, muurspleten nabij warmwaterleidingen, in badkamers en putjes, in de buurt van aquaria enz. ’s Nachts gaan zij op zoek naar voedsel via openingen en gaten langs verwarmings- en waterleidingbuizen. Voorraden leggen ze niet aan, ze gaan elke nacht op voedsel uit. Bij gebrek aan voedsel, knagen ze aan allerlei materialen van natuurlijke herkomst.
De temperatuur die hun voorkeur heeft, ligt tussen de 20-29°C.

 

Wering
Oosterse kakkerlakken verspreiden zich o.a. via gebruikte dozen, manden, kisten, containers e.d. die met bagage, verhuizingen en transporten worden binnengebracht. Om ze in gebouwen te weren zou dit binnenbrengen dus voorkomen moeten worden. Ook het beperken van het voedselaanbod door een zorgvuldige hygiëne kan bijdragen aan de wering van oosterse kakkerlakken. In de eerste plaats kunt u ervoor zorgen dat daar waar ze hun voedsel vinden, meestal de keuken, ‘s nachts geen eten of etensresten te vinden zijn.

 

Met andere woorden: berg etenswaren op in goed afgesloten schalen, blikken, kunststof dozen of in de koelkast. Etensresten en keukenafval direct opruimen. Vuilnisemmers zorgvuldig afsluiten en bij voorkeur ’s nachts buiten zetten. Het dichten van doorvoeropeningen van leidingen e.d. kan bijdragen tot het beperken van de verspreiding van de kakkerlakken in een gebouw.

 

Inrichting
Wespro adviseert bij nieuw in te richten keukens, badkamers, restaurants, bars, zieken- en verpleeghuizen e.d., om het creëren van schuilplaatsen voor insecten zo veel mogelijk te voorkomen. Ook een zorgvuldig gekozen situering van de keuken en een droge, koele opslagplaats voor levensmiddelen dragen bij aan het voorkomen van een dierplaag.

 

Kosten
De Woningwet schrijft voor dat de gemeente in het kader van o.a. de volksgezondheid toezicht houdt op naleving van de hygiënevoorschriften en (indien nodig) de eigenaar van een woning sommeert om dierplagen te weren en/of te bestrijden. De eigenaar dient de door de gemeente noodzakelijk geachte werings- en bestrijdingsmaatregelen te (laten) treffen en de kosten daarvan te betalen.

 

Bestrijding

 

  1. Inventarisatie
    Voordat een bestrijdingsactie mag plaatsvinden, moet eerst (door of namens de gemeente of huiseigenaar) de omvang van de verspreiding van de oosterse kakkerlakken onderzocht worden. Zo’n onderzoek vindt plaats zowel binnen het betreffende gebouw als in de aangebouwde panden.
  2. Plan van aanpak
    Vervolgens wordt een bestrijdingsplan opgesteld. Daarin staan o.a. de volgorde van de behandeling, de toe te passen methode, de menskracht, de benodigde materialen, en de toegelaten middelen. Tevens staan hierin afspraken die met de eigenaar en/of bewoners van het pand gemaakt zijn. 

  3. Voorbereidingen treffen
    De schuilplaatsen van de oosterse kakkerlakken moeten goed bereikbaar zijn tijdens de bestrijding. Indien nodig, moet de huiseigenaar hiervoor maatregelen treffen. Denk aan leidingkokers, ruimten achter aanrechtkastjes, kruipruimten, etc. Bewoners en/of gebruikers van het pand hebben ook een taak in het bereikbaar maken van schuilplaatsen, zoals het leegruimen van keukenkastjes.

  4. Bestrijding
    De bestrijding van oosterse kakkerlakken behoort door deskundigen te worden uitgevoerd. In de meeste gevallen bestaat de bestrijding uit een plaatselijke behandeling van alle mogelijke schuilplaatsen en de directe omgeving ervan.


Chemisch afval
Resten van biociden en lege, ongereinigde verpakkingen moeten worden beschouwd als gevaarlijk afval. Wij adviseren u daarom deze resten in te leveren bij het KGA-depot in uw gemeente.

 

Bron

©KAD – 2024

 

Meer weten?

Neem dan contact met ons op.

Boskakkerlakken

(Ectobiidae)

 

  • Orde: Blattodea (kakkerlakken)
  • Familie: Ectobiidae
  • Subfamilie: Ectobiinae

 

Er zijn kakkerlakken die oorspronkelijk in Nederland voorkomen en buiten in de vrije natuur leven. Deze oer-Hollandse kakkerlakken behoren tot het geslacht Ectobius.


Er zijn vier soorten:

  • E. lapponicus L., de noordse kakkerlak
  • E. pallidus Olivier, de bleke kakkerlak
  • E. panzeri Stephens, de heidekakkerlak
  • E. sylvestris Poda, de boskakkerlak


Uiterlijk
De kakkerlakken zijn 5 tot 13 mm lang en de vleugels van de noordse, heide-, en boskakkerlak zijn verkort. Ze zijn te onderscheiden van soorten die gebonden zijn aan verwarmde bebouwing (zoals de Duitse kakkerlak) aan de hand van de doorntjes op de middelste en achterste bovenbenen. De inheemse soorten hebben deze niet, of slechts enkele, terwijl de bovenbenen van de bekende plaagsoorten volledig bezet zijn met deze doorntjes. Zowel de inheemse soorten als de exoten hebben doorntjes op de scheenbenen.

 

Enkele uiterlijke kenmerken van de vier soorten betreffen:

  • Noordse kakkerlak (E. lapponicus): zwarte, roodbruine of gele vlek op het borststuk. De vleugels hebben een duidelijke adering
  • Bleke kakkerlak (E. pallidus): lichtbruin borststuk, met of zonder stippen. Er zit een groter driehoekje tussen de vleugels
  • Heidekakkerlak (E. panzeri): geelbruin borststuk met donkere tekening. De vleugels hebben een lichte adering met stippen
  • Boskakkerlak (E. sylvestris): scherp afgetekende zwarte vlek op het borststuk. De vleugels hebben een duidelijke adering met stippen

 

Ontwikkeling en leefwijze
Boskakkerlakken leven buiten in de vrije natuur. Ze komen vooral voor in bossen, heiden, duinen en weiden. Het zijn bodem- en vegetatiebewoners.


De volgroeide larven (nimfen) overwinteren in schuilplaatsen in onder meer de strooisellaag. Van mei tot oktober kunnen de volwassen exemplaren aangetroffen worden.

De kakkerlakken, met name de boskakkerlak en de noordse kakkerlak, worden weleens gevonden in gebouwen. Meestal betreft het dan vakantiewoningen, woonhuizen of barakken in bosrijk gebied. Ze komen via naden en kieren of door openstaande ramen en deuren het gebouw binnen. Ook met vers gekapt haardhout kunnen grote aantallen boskakkerlakken direct vanuit het bos meegenomen worden.

 

Wering en preventie
In gebouwen kunnen deze soorten zich niet handhaven en zullen dus geen langdurige plaag vormen. Een bestrijding met biociden (=bestrijdingsmiddelen) is niet wenselijk en niet noodzakelijk. Enkele aangetroffen exemplaren kunnen fysiek verwijderd en buiten uitgezet worden.

Om te voorkomen dat boskakkerlakken de woning binnenkomen, wordt aangeraden om naden en kieren te dichten met kit en ventilatieopeningen af te sluiten met een deugdelijk rooster of fijnmazig gaas. Ramen en deuren kunnen worden voorzien van goed sluitende horren.

 

 

Bron

©KAD – 2024

 

Meer weten?

Neem dan contact met ons op.

Bestrijding

Voor een goede bestrijding: bel Wespro of kijk hier voor meer contactinformatie.

 

Wespro: familiebedrijf sinds 1999

Last van plaagdieren of interesse in onze mobiele straaldiensten? Lees dan verder voor meer informatie of neem contact met ons op. Wij zijn een écht familiebedrijf. Met jarenlange ervaring en gespecialiseerd in plaagdierpreventie en mobiele straalwerken.

Deze website wil gebruik maken van cookies.